Een bleek, ook bleekveld of bleekweide, is een kort gemaaide grasweide die ervoor diende om linnen te bleken. Het linnengoed werd zelf ook bleek genoemd. Veel begijnhoven waren economische centra die met handwerk en wasgoed in hun eigen onderhoud voorzagen.
Tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw geraakte het begijnhof van Aalst steeds meer in verval. Na de Tweede Wereldoorlog was de toestand dermate slecht geworden dat ook het stadsbestuur er voor pleitte om de huizen te slopen en te herbestemmen als bouwgrond, gezien de grote woningnood. In 1952 slaagde ze er effectief in het begijnhof aan te kopen en ondanks lokaal en nationaal protest van onder andere de Vereniging voor Aalsters Kultuurschoon (V.VAK) en de Vlaamse Toeristenbond (VTB), werd het begijnhof drie jaar later grotendeels gesloopt. Het stadsbestuur liet architect-stedenbouwkundige Victor Coolens – die sinds 1949 verantwoordelijk was voor gemeentelijke plannen van aanleg – onmiddellijk een voorontwerp uitwerken voor een nieuwe woonwijk met behoud van het begijnhofkarakter. Ook de VVAK liet een voorontwerp maken door de Aalsterse architecten Jean De Gheest, Walter Van Herreweghe en Antoon Blanckaert. Die laatste zou in 1954 aangesteld worden samen met Robert Moens de Hase en de jonge Aalsterse architect Etienne De Saedeleer, voor de eigenlijke bouwaanvraag voor 56 goedkope woningen in opdracht van de lokale sociale huisvestingsmaatschappij Samenwerkende Maatschappij van Goedkope Woningen voor het Gewest Aalst. De plannen voor het poortgebouw in de Pontstraat met appartementen en winkels werden door Antoon Blanckaert alleen getekend (gedateerd 5 november 1956) en uitgevoerd in 1958-1959.